Praten of grammatica leren tijdens taalcoaching: wat kies jij?

07 dec, 2021

Als taalvrijwilliger probeer je natuurlijk zo goed mogelijk aan te sluiten op de taalvraag van de nieuwkomer die je coacht. Allerlei ondersteuningmateriaal helpt je daarbij een handje, zoals e-learnings, webinars en oefenmaterialen zoals SpreekTaal. Daarnaast gebruik je natuurlijk je eigen creativiteit voor het invullen van jouw taalcoaching. Wij denken graag met je mee! Vandaag de vraag: wat werkt beter, praten of grammaticaregels leren? 


Dit artikel over taalcoaching is een samenvatting van een stuk dat Carola van der Voort, expert taaldidactiek NT2 en NT1, eerder schreef. Onderaan deze pagina vind je de link naar Carola’s artikel. 


Veel deelnemers (en misschien jij ook wel?) denken dat een taal leren ook of vooral betekent: grammaticaregels leren. Zo ging het vaak op school, zeker in de thuislanden van veel deelnemers. Maar ons doel heeft weinig te maken met d’s en t’s. We willen anderstaligen helpen om vlot te kunnen communiceren in het Nederlands. Grammaticaregels kunnen zeker houvast bieden maar zijn niet een doel op zich. Anders gezegd: laat de anderstaligen die jij treft voor taalcoaching vooral de oren van je hoofd kletsen! 


5 tips

  • Let op de inhoud en niet op de grammatica

De zin ‘Ik gisteren lekker gewandeld’ is grammaticaal niet goed, maar je begrijpt precies wat er bedoeld wordt. Dat is in het dagelijks leven en in de taalcoaching het allerbelangrijkste: begrijp je elkaar?


  • Zorg voor heel veel gesproken en geschreven taal net boven het niveau van de deelnemers 

Een deelnemer leert de taal het snelst door veel te luisteren en te lezen. Dat gaat het beste als die taal aangepast is aan zijn niveau: niet te makkelijk en niet te moeilijk, net boven het eigen niveau. Hij leert dan door de context en de situatie vanzelf veel woorden en pikt onbewust de grammaticaregels op.


  • Laat veel oefenen met spreken en laat deelnemers zich geen zorgen maken over de grammatica

Grammaticaregels kunnen je benauwd maken, bang om fouten te maken en kunnen dan belemmerend werken.


  • Besteed veel aandacht aan woorden en frequente zinnen

Woorden zijn de kern; zonder woorden kun je niets. Ook met losse woorden kan je al wat bereiken. En frequente zinnen (Hoeveel kost dat?, Mag ik van u een brood?) zijn handig: je kunt ze uit je hoofd leren en in veel situaties gebruiken.


  • Werk met modellen in plaats van grammaticaregels

Vanaf een bepaald niveau, bijvoorbeeld A2, kan het wel zin hebben om te wijzen op de grammatica in een zin. Doe dat door te laten zien hoe een zin beter kan door te ‘modelleren’. Je geeft dan geen losse grammaticaregel, maar je geeft het goede voorbeeld, een soort ‘model’. 


Aan de slag

Wil je meer weten over bovenstaande tips. Duik dan vooral in dit artikel van Carola van der Voort, expert taaldidactiek NT2 en NT1.  


Dit artikel maakt deel uit van een reeks. Lees ook onze adviezen over hoe kun je bij taalcoaching met praktijkopdrachten werken, hoe oefen je de uitspraak met je nieuwkomer, hoe ondersteun je een nieuwkomer die nog geen of nauwelijks Nederlands spreekt, het NT2-lesboek van de nieuwkomer gebruiken, voorlezen uit kinderboekenwaarom praten bij taalcoaching beter is dan grammaticaregels leren.

 

Gerelateerde berichten:

Inbreng formatiegesprekken: De Nederlandse taal leer je met ménsen
Onderzoek – Ruimere werkmogelijkheden voor asielzoekers
Kletsmaatjes vier jaar!
>

Gelukt!

Waarschuwing

Oeps, er gaat iets fout. Gebruik het menu om terug te keren naar de website.