Monitor voor landelijk inzicht

05 dec, 2022

Als taalcoach coördinator kan het zijn dat er van je wordt gevraagd om informatie aan te leveren voor de landelijke monitor van Tel mee met Taal. Maar wat is deze monitor precies? Wat is het uiteindelijke doel? En hoe sluit MATCH hierop aan? Wij gingen hierover in gesprek met Aantink Yeh, beleidsmedewerker Digitale Inclusie bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Zij is vanuit Tel mee met Taal de trekker voor de ontwikkeling van de monitor. 


Aantink Yeh is vanuit haar rol op het gebied van digitale vaardigheden bij BZK betrokken bij Tel Mee met Taal, het landelijk actieprogramma van de ministeries van OCW, VWS, SZW en BZK om laaggeletterdheid te voorkomen en te verminderen. Om de aanpak van laaggeletterdheid effectiever te maken, is meer inzicht nodig in de deelname aan volwasseneneducatie. Dit klinkt eenvoudig, maar het is een hele uitdaging om op landelijk niveau informatie te verzamelen en te monitoren. 

 

Gegevens volwasseneneducatie  

Yeh: “Vroeger was dat makkelijker. Toen waren gemeenten verplicht om op het gebied van volwasseneneducatie samen te werken met ROC’s. Dus haalde het CBS alle informatie bij de ROC’s op; de aantallen cursisten, hun achtergrond, het wel of niet behalen van een diploma of certificaat. Dat werd allemaal anders toen gemeenten in 2015 de vrijheid kregen om ook andere (taal)aanbieders dan het ROC te contracteren, zoals organisaties die bij Het Begint met Taal zijn aangesloten. Sindsdien is er geen landelijk beeld meer geweest.” 

 

Gemeenten verantwoorden de uitgaven van de WEB-gelden wel richting het Rijk in de vorm van het algemene jaarverslag van de gemeente, maar meer informatie ontvangt het Rijk niet. “Wat we missen, en wat we eigenlijk wel nodig hebben voor een goede aanpak voor laaggeletterdheid en waar ook gemeenten behoefte aan hebben, is inzicht. Niet alleen “ik heb zoveel cursisten geholpen”, maar antwoord op vragen als; Wat voor mensen zijn dat? Welke leeftijdcategorie zitten ze in? Wat voor cursussen worden er afgenomen? Waar wonen die mensen ongeveer? Hebben die mensen een Nederlandstalige achtergrond of niet? Van welk aanbod wordt er gebruik gemaakt? Zijn het de ROC’s, of vooral bibliotheken waar mensen naartoe gaan? Hoe vaak wordt er gebruik gemaakt van een cursus digitale vaardigheden? Van al dat soort gegevens wil je eigenlijk lokale én landelijke statistieken hebben.” Daarnaast willen we als overheden graag weten wat er met belastinggeld gebeurt. Tot slot zijn dit soort gegevens nodig om inzicht te krijgen of er eventueel tekort aan middelen is.


Monitor voor landelijk inzicht

Om landelijk inzicht te krijgen heeft Tel mee met Taal een monitor ontwikkeld. Binnen het programma Tel mee met Taal is  Yeh ontwikkelaar/trekker van deze landelijke monitor. “Ik ben degene die vanuit het Rijk (samen met Divosa) ervoor zorgt dat we i.s.m. gemeenten iets ontwikkelen waar gemeenten wat aan hebben en iets van hebben kunnen vinden. We hebben eerst onderzoek gedaan; wat willen we nou precies weten en verzamelen? En is dat allemaal uitvoerbaar? Het is bijvoorbeeld heel belangrijk om te weten of alle gegevens die we willen verzamelen al ergens geregistreerd worden bij aanbieders. En dan hebben we ook nog onderzoek gedaan naar allerlei privacy issues die zouden kunnen spelen rondom zo’n landelijke monitor. Toen we in kaart hadden hoe het zou kunnen en hoe we het zouden willen, hebben we vanuit OCW een opdracht gegeven aan het CBS om te onderzoeken hoe deze gegevens verzameld en vergeleken kunnen worden.” 

 

Rol van gemeenten 

De verantwoordelijkheid om gegevens te verzamelen en aan te leveren bij het CBS ligt bij gemeenten. De manier waarop dit gebeurt, daar zijn gemeenten vrij in. Bij de ene regio coördineert en verzamelt de contactgemeente alle informatie en stuurt het dan naar het CBS en bij de andere regio laten ze het over aan de individuele gemeenten. Ook kiezen gemeenten er voor om hun aanbieders aan te laten leveren bij het CBS of een externe partij die de lokale monitoring verzorgt .

 

 “Vanaf 2023 gaan we officieel met de monitor van start. Het is voor gemeenten nog niet verplicht om data aan te leveren bij het CBS voor de landelijke monitor, maar je bent het aan jezelf als gemeente wel verplicht om dit soort data in kaart te brengen en te verzamelen. Anders kun je ook niet goed sturen op de uitvoering en je eigen aanpak. Zie het als een stimulering om wel aan de slag te gaan met monitoring. Begin in ieder geval met een basisset aan gegevens, zoals die nu worden uitgevraagd door het CBS.” 

 

Er zijn nu ook al gemeenten die extra informatie uitvragen en bijhouden voor een breder beeld op de sociale impact van hun aanpak. Dat geeft nog meer inzicht in hoe effectief je aanpak is en of de doelgroep daadwerkelijk geholpen is. Dit zijn voorlopig geen gegevens die landelijk worden uitgevraagd. 


MATCH 

Taalcoachorganisaties, waaronder bibliotheken, taalhuizen, welzijnsorganisaties en zelfstandige stichtingen, wordt nu gevraagd om gegevens voor de monitor aan te leveren. Veel organisaties die zijn aangesloten bij Het Begint met Taal gebruiken hiervoor MATCH; dé online tool voor het slim matchen van deelnemers en vrijwilligers. Als coördinator kun je met MATCH heel gemakkelijk registreren, doorverwijzen, koppelen, monitoren en rapporteren. En met een druk op de knop lever je uit MATCH precies de gegevens die de landelijke monitor vraagt, in het sjabloon dat OCW hiervoor ontwikkeld heeft. 

 

Yeh: “Het is fijn dat MATCH aansluit bij de gegevens die wij op landelijk niveau willen verzamelen. Het geeft veel inzicht. Ook voor de kleinere vrijwilligersorganisaties is het een laagdrempelige tool om toch informatie te gaan registreren. We willen graag dat zowel grote als kleinere taalcoachorganisaties gegevens bijhouden over deelname aan het aanbod. Daar zijn verschillende systemen voor. Het staat organisaties dan ook vrij om te kiezen welke tool of meetinstrument zij gebruiken om de gegevens te verzamelen en aan te leveren t.b.v. de landelijke monitor. De vrees was altijd bij gemeenten dat met name de kleinere organisaties niet aan registratie doen, in verband met werkdruk. Maar ik denk dat dit met een handige tool helemaal niet zoveel extra werk hoeft te kosten. Het levert je dan ook heel veel op.” 

 

Toekomstplannen

Yeh geeft aan dat er ambities zijn om in de toekomst met de monitor nog meer inzicht te krijgen in wat de volwasseneneducatie oplevert voor de deelnemers.  “Wat gemeenten eigenlijk zouden willen weten is wat inwoners er nou eigenlijk aan hebben gehad. Hebben ze een nieuwe baan gevonden? Of kunnen ze inderdaad zelfstandig een gesprek bij de dokter voeren? Dat zijn de impact vragen die je in kaart wilt hebben. Sommige gemeenten onderzoeken dit op lokaal niveau. In de toekomst hopen we dit ook op landelijk niveau te kunnen verzamelen. Maar voor de komende jaren focussen we vooral op de basis set aan gegevens, waar we nu mee starten. Dat hebben we ook afgesproken met gemeenten; dit is het voorlopig even. Ga hier eerst mee aan de slag en we gaan kijken hoe het loopt.” 

 

Doe allemaal mee! 

Yeh roept iedereen op; “ Doe allemaal mee! Want alleen als iedereen meedoet, krijgt de landelijke monitor echt waarde . Hoe meer gemeenten er meedoen, hoe beter het wordt. Als je een bijdrage wilt leveren aan de aanpak van laaggeletterdheid, dan moet je ook zelf in beeld hebben wie je bereikt. En stel jezelf de vraag; waar kan het nog anders, waar kan het nog beter, waar moeten we op bijsturen? Dat weet je alleen als je dit soort gegevens verzamelt.”

 

Wil je meer weten over de landelijke monitor? → Monitor Laaggeletterdheid (cbs.nl)

Wil je meer weten over MATCH? → MATCH (Het Begint met Taal)

>

Gelukt!

Waarschuwing

Oeps, er gaat iets fout. Gebruik het menu om terug te keren naar de website.