Uit een artikel van het AD, regio Rotterdam, blijkt dat taalvrijwilligers in de regio Rotterdam hard nodig zijn. Eline Dragt, projectleider van Het Begint met Taal, Anita van den Emster, coördinator van Gilde Rotterdam en Ria Hoes, coördinator van Taalcoaching Capelle, beiden aangesloten bij Het Begint met Taal, werden naar hun ervaringen gevraagd.
Immigranten die Nederlands willen leren, krijgen steeds vaker het deksel op hun neus. Nu de regio steeds meer anderstalige nieuwkomers opvangt, stijgt de vraag naar taalhulp in raptempo. Organisaties komen vrijwilligers tekort en kunnen lang niet iedereen helpen.
,,We worden overspoeld door aanvragen’’, zegt taalcoördinator Anita van den Emster van Gilde Rotterdam, de grootste aanbieder van taalondersteuning in de stad. ,,Er is veel geregel voor nodig om dat in goede banen te leiden. We zouden zeker meer vrijwilligers kunnen gebruiken.’’
Ria Hoes, coördinator van Taalcoaching Capelle in Capelle aan den IJssel, merkt ook dat er in de regio meer vraag is naar taalhulp. ,,De wettelijke eisen zijn aangescherpt. Wie een verblijfsvergunning heeft, moet als onderdeel van het inburgeringsproces Nederlands leren spreken. Inburgeraars moeten kunnen aantonen dat ze actief bezig zijn met het leren van de Nederlandse taal. Ze hebben drie jaar om het vereiste niveau te bereiken’’, stelt Hoes. ,,Gemeenten die hier op dit moment nog niet zo streng op toezien, zullen dat binnenkort wel doen. De gemeente Capelle aan den IJssel heeft plannen in die richting.’’
Noodzakelijk
De taalondersteuning die vrijwillige organisaties bieden, is iets anders dan klassikaal taalonderwijs. Taalhulp richt zich op praktische taalbeheersing in het dagelijks leven. Dat is een noodzakelijke aanvulling op de gewone lessen, stelt Eline Dragt van het landelijk steunpunt voor taalcoachorganisaties Het Begint met Taal.
,,In de klas is er nooit genoeg tijd om iedereen aan bod te laten komen. Om een taal te leren, moet je kilometers maken en je kennis in de praktijk gebruiken.’’
Dragt ziet het aantal aanvragen voor taalhulp flink stijgen sinds het begin van de vluchtelingencrisis in 2015. ,,Het is in meerdere regio’s een probleem. Er zijn niet alleen onvoldoende vrijwilligers, maar ook de financiering schiet tekort. Mensen zetten zich gratis in, maar zaken als lesmateriaal en locatiehuur kosten toch geld.’’
Taalcoaching Capelle is dringend op zoek naar jongere vrijwilligers. ,,Nu melden vooral ouderen zich aan. Natuurlijk kun je als 80-jarige nog prima dit werk doen, maar het houdt op een gegeven moment toch een keertje op. Die grote groep mensen vervangen, dat wordt erg lastig.’’
Jongeren blijken moeilijk te werven, aldus Van den Emster. ,,Het is niet zo dat ze per se niet willen, maar ze hebben er door werk of gezin vaak de tijd niet voor.’’
Ook het koppelen van een taalhulp aan een aanvrager is volgens Van den Emster een struikelblok. ,,Je kunt niet zomaar iedereen aan elkaar koppelen, je moet met elkaar kunnen opschieten. Als de gesprekken niet lopen, heeft niemand er iets aan. Bovendien doen de vrijwilligers dit in hun vrije tijd. Ik kan ze niet iets laten doen waar ze geen voldoening uit halen.’’