“Als je het wilt hebben over een netwerk opbouwen in Nederland, dan moet je écht met Vesna praten.” Via via krijg ik haar telefoonnummer. Wanneer ik Vesna bel of ze open staat voor een interview word ik overrompeld door haar enthousiasme.
Vesna wil heel graag afspreken, maar ze zit volop in de voorbereidingen voor het Ouder en Kind Festival in Almere. Iets dat ze al 7 jaar (!) organiseert. We besluiten na de drukke periode af te spreken. Via de app stuurt ze nog “Kom, ik ga je vermaken en verwennen.” Wat een gastvrijheid, ik kijk uit naar onze afspraak.
Nederlands: “Een soort aanval op mijn gehoor”
We spreken af bij haar thuis. Ze woont samen met haar man, 2 kinderen (12 en 18 jaar) en hond in de experimentele zelfbouwwijk in Almere. Vesna en haar hond staan al op de oprit als ik aan kom rijden. Na een warm welkom gaan we zitten aan de eettafel.
Vesna komt uit Servië. Ze woont nu 22 jaar in Nederland. “Voordat ik naar Nederland kwam had ik nog nooit Nederlands gehoord. Het was een soort aanval op mijn gehoor. En ik dacht: “Wow, wat is dit?” Nieuwe klanken en het lijkt alsof alles aan elkaar vastzit. Dit gaat mij nooit lukken.” Gelukkig herkende Vesna een aantal woorden uit andere talen. De uitspraak was alleen wel een uitdaging. “Op straat vroeg ik waar de metro was. Ik dacht dat ik het goed uitsprak, maar ik zei mètro. En bus sprak ik uit als Boes. Mensen begrepen mij dan echt niet. Dat doet veel met je zelfvertrouwen.”
In gesprek met een taalmaatje
Vesna is niet bang om fouten te maken en op andere mensen af te stappen. Vesna vertelt: “Mijn beste vriendin is perfectionist. Ze is echt vijf keer beter in Nederlands dan ik, maar ze spreekt niet. Ze wil dat het perfect is en dat het goed klinkt. Ik wil mezelf uiten en dat mensen weten waarover ik het heb. Dat zijn andere doelen.” Zelf heeft Vesna geen vast taalmaatje gehad. Ze ging zelf overal taalmaatjes zoeken. “Ik leerde Nederlands op school en ging vervolgens naar het winkelcentrum in Rotterdam Zuid. Daar ging ik oude mensen spotten, waarvan ik dacht: "zij hebben genoeg tijd om met mij te kletsen.” Dan ging ik iets vragen. Negen van de tien keer mocht ik erbij zitten en kletsen of een kopje koffie drinken. Dat werkt.”
Sprak iedereen maar zo duidelijk als de presentator van het NOS journaal
Na twee jaar ging Vesna studeren aan de hogeschool Rotterdam (cultureel maatschappelijke vorming). Deze periode ziet Vesna als een voordeel in het leren van de Nederlandse taal en het opbouwen van een netwerk: “Ik was tijdens mijn studie alleen maar omringd met Nederlandse mensen. Dat is een situatie waarin je Nederlands móet spreken.”
“In het begin was studeren in het Nederlands het engste ooit. Een grote zaal vol Nederlandse mensen. Ik zie mezelf nog zitten in die grote zaal. Alle mentoren liepen naar voren om iets te vertellen. Mijn mentor sprak binnensmonds en ik dacht; oh nee, hoe ga ik dit doen?! En ik kende niemand! Ik dacht: “Wat jammer dat hij niet spreekt als de presentator van het NOS journaal”.”
“Bij het behalen van haar propedeuse was haar mentor verbaasd. Hij had gedacht dat ze het niet zou halen. In het vierde jaar van haar studie werd Vesna zelf mentor. Trots stond ze naast haar eigen mentor en zei: “Kijk dit is jouw postvakje, en daarnaast is nu mijn postvakje.” Toch wel een overwinning. Ik ben geen superstudent. Maar met dit verhaal wil ik laten zien dat je niet bang moet zijn.”
Zoek een gouden buurvrouw of buurman!
Volgens Vesna zijn buren goud waard: “Doe iets met ze, of doe iets voor ze. Zij nemen je mee naar maatschappelijke netwerken die niet direct vindbaar zijn als nieuwkomer. Ook kom je op deze manier te weten dat maatschappelijk werk, een consultatiebureau en buurtcentra bestaan.”
Nog een tip van Vesna: Ga samen met je buurman of buurvrouw naar de bibliotheek, zodat je weet waar taalles/taalcoaching is. “Als je alleen binnenstapt, voel je je in een bibliotheek misschien niet op je gemak, terwijl in Nederland bibliotheken prachtige warme plekken zijn waar je je echt goed voelt.”
Kinderen zijn matchmakers
“Als je kinderen hebt, dan zijn zij je matchmaker. Wanneer ze gaan spelen met andere kinderen, kun je koffie dates maken.” Ook groeien de kinderen op in een Nederlandstalige omgeving. De taal nemen ze dan ook mee naar huis.
In het begin spraken Vesna en haar man Servisch met elkaar. Nu spreken ze Servisch, Nederlands en Engels, een mengelmoes van alles. Met de kinderen spreken ze voornamelijk Nederlands. “Dat was wel een uitdaging; meertalig opvoeden, hoe doe je dat? Mijn oudste spreekt nog wel Servisch, maar mijn jongste niet echt. Ze spreken liever Nederlands, want dat is hun omgevingstaal. Daarin kunnen ze zich het beste uitdrukken.”
Inmiddels kan Vesna zich even goed in het Servisch als in het Nederlands uiten. “Ik spreek bijna geen Engels meer, omdat ik zo geconcentreerd was op het leren van de Nederlandse taal. Wel droom ik in alle drie de talen.”
Ouder en kind inloop
Vesna heeft bij haar in de buurt een ouder en kind inloop opgericht voor ouders met kinderen tussen 0-4 jaar. “Moeders met kleine kinderen zijn best wel sociaal geïsoleerd. Vooral als je uit een ander land komt en de taal niet machtig bent. Dan is het super moeilijk. Je blijft in je eigen kring en komt niet verder. Dan blijf je met je baby en een paar mensen die je kent.”
Vesna vertelt dat degene die de ouder en kind inloop begeleidt eigenlijk ook een soort “gouden buurvrouw” is; de schakel naar de maatschappij. Tijdens de inloop ga je met elkaar in gesprek over hoe het in Nederland werkt. “Op welke manier werkt belasting? Hoe werkt een bezoek aan de huisarts? Waar kan je dreumesen laten sporten?”
Vesna was zelf een “gouden buurvrouw”. Inmiddels heeft iemand anders dat overgenomen. “Het is een onbetaalbaar netwerk waar je je veilig voelt. Waar mensen je begrijpen, zonder oordeel.”
We zijn allemaal mensen
“Het opbouwen van een netwerk klinkt eenvoudig, maar het is moeilijk. Je kan hier voor altijd wonen en werken met Engels, maar zoveel deuren gaan dan nooit open. De keuze is aan jou. Je hebt toegang tot een heel netwerk en de maatschappij. En vergeet niet: we zijn allemaal mensen. Mijn docent zei altijd: Niet bang zijn voor grote gebouwen of mensen in pak. Zij zijn ook gewoon mensen en ze moeten ook ergens hun boterham eten. We zijn allemaal hetzelfde. Dat is niet altijd vanzelfsprekend, want je hebt een andere positie. Het is ook moeilijker als je uit bepaalde landen komt. Er zijn vooroordelen. Vergeet niet; vooroordelen zijn niet persoonlijk. Het is door de jaren heen ontstaan, maar niet aan jou gericht.”
Sociaal ontwerper
Aan het eind van ons gesprek wil Vesna mij nog een bijzondere plek laten zien. Samen gaan we naar de Groene Kathedraal. Ze weet er veel over te vertellen en ze heeft op deze locatie ook al verschillende activiteiten georganiseerd. Als ik haar vraag hoe ze haar werk zou omschrijven, vertelt ze: “Ik ben een soort sociaal ontwerper. Ik ontwerp geen spullen, maar situaties. Ik ontwerp een situatie wanneer ik denk dat iets bespreekbaar moet worden vanuit mijzelf. Als ik met iets zit. Bijvoorbeeld moederschap en de relatie tussen ouder en kind. Zo is ook het ouder en kind festival ontstaan.”
Een prachtige locatie om een foto te maken en ons gesprek af te ronden. Al hadden we nog uren verder kunnen praten.
Tips van Vesna voor nieuwkomers:
- Wees niet bang om fouten te maken en op andere mensen af te stappen.
- Ga met oudere mensen in gesprek. Er zijn overal taalmaatjes! Vind je het lastig om iemand aan te spreken? Ga dan op zoek naar een vast taalmaatje om Nederlands mee te oefenen.
- Zoek situaties op (studie/werk) waarin je Nederlands moet spreken.
- Heb je kinderen? Plan een koffiedate met andere ouders.
- Ga op zoek naar een gouden buurman of buurvrouw.
- Stap een bibliotheek binnen en vraag naar de mogelijkheden.