Wederom een mooi bewijs van het belang van taalcoaching: het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) stelt dat anderstalige volwassenen die een tweede taal leren daar succesvoller in zijn als zij zowel binnen als buiten de les actief zijn met die taal. Het NRO deelt handige adviezen voor NT2-docenten om laagopgeleide, anderstalige cursisten te motiveren ook buiten de les aan de slag te gaan met het Nederlands.
Het NRO gebruikt de term ‘transfermogelijkheden’ om de meerwaarde aan te geven van een combinatie van formeel, non-formeel en informeel leren. Onder formeel een tweede taal leren valt bijvoorbeeld een inburgeringsprogramma met taaldocenten. Non-formeel leren gebeurt buiten de school, bijvoorbeeld in gesprekken met een taalbuddy en informeel leren vindt bijvoorbeeld plaats op het schoolplein of op het werk.
Vier strategieën
Deze leermethoden mixen, levert transfermogelijkheden op en maakt dat anderstaligen zich verder ontwikkelen en de taal beter in de praktijk kunnen toepassen. Het NRO introduceert vier verschillende strategieën waarmee docenten goede transfermogelijkheden kunnen bieden die anderstaligen stimuleren om ook buiten de les aan hun taalontwikkeling te werken.
Anderstaligen stimuleren
Zo is het belangrijk dat docenten inspelen op de interesses en ervaringen van hun cursisten en moet de lesstof aansluiten op realistische situaties. Docenten kunnen anderstaligen daarnaast stimuleren door te zorgen voor een positieve leerervaring en hen te wijzen op plekken buiten de les waar ze kunnen oefenen, zoals een taalcafé. Volgens het NRO geven veel cursisten aan dat motiverend te vinden.
Meer lezen
Lees hier meer over de tips van het NRO en download meteen het hele rapport.