NT2-docent Elske Minnema van TopTaal Woerden geeft vooral les aan Eritrese en Syrische laaggeletterden. Voor hen is Nederland een totaal nieuwe omgeving, waarin letters een ongekende rol spelen. Dat kan Elske zich wel een beetje voorstellen. Ze woonde in 2014 een half jaar met haar man in Zuid-Korea.

“De eerste paar maanden van mijn tijd in Zuid-Korea ervoer ik wat het is om in een vreemde omgeving te zijn met tekstbordjes vol onbegrijpelijke tekens. Daar kwam ook nog eens bij dat ik moeilijk contact kon krijgen met mijn omgeving. De aversie tegen het Engels was groot. Gebarentaal leverde ook niets op. Gelukkig heeft het Koreaanse schrift maar 24 letters die zich snel laten aanleren. Je spreekt het uit zoals het er staat. Toch moest ik het vooral hebben van mijn ‘taalmaatje’.”

Friese directheid

“Zo leerde ik dat taalmaatjes enorm belangrijk zijn. Ze vervullen een sleutelrol voor nieuwkomers. Natuurlijk had ik vooraf veel gelezen over de taal en cultuur. Maar het is wat anders om ermee om te gaan. Zo wist ik dat de Koreaanse cultuur een gereserveerde stijl van communiceren kent. Gezichtsverlies voorkom je bij de Koreanen door op een afstand te blijven en vooral geen directe vragen te stellen. Ja, daar kwam ik dan als Friezin met m’n directe stijl. Als iemand gereserveerd reageerde, deed ik er nog een schepje bovenop. Tot een student bij ons thuis aan tafel opmerkte: ‘Jij met je grote ogen! Je maakt me bang.’ Pas toen konden we erom lachen. Zij werd mijn taalmaatje.” 

Het helpt meteen

“Het inzicht dat een taalmaatje geeft in de cultuur en in het taalgebruik is goud waard. Het gaat vaak om hele simpele dingen. Oogcontact. Een knikje hier en een bevestigende ‘mm’ daar. Want het zijn juist ongeschreven regels die taalgebruik een succesvolle beleving maken. Het voordeel van elkaar vaker zien is dat er een sfeer van veiligheid ontstaat, waarin je fouten durft te maken. Een taalmaatje is ook maar gewoon een spreker van het Nederlands. Je hoeft er geen professor in de communicatie voor te zijn, beter niet! Wat er buiten het klaslokaal gebeurt, is minstens zo belangrijk als wat er in het klaslokaal gebeurt.”

Taalriedels

“Nieuwkomers observeren vaak scherper. Ze zitten vol vragen over hun nieuwe leefomgeving. Daarom gaan we vaak met de hele groep naar openbare gelegenheden. Pas zijn we in de raadszaal geweest, maar de bibliotheek of het kringloopcentrum is ook heel geschikt. Van tevoren oefenen we met de woorden die men op zo´n plek gebruikt. Taalriedels zoals: ´Kom, we gaan´ zijn fijn om te herkennen voor een nieuwkomer. Openbare gelegenheden bieden een veilige plek om opdrachten uit te voeren. Iedere cursist stelt dan wat simpele vragen. Het is vooral de bedoeling dat er een gesprek op gang komt. Elke reactie van een Nederlander geeft hen weer een beetje input. En hopelijk maakt dit het minder eng om zelf contact te gaan leggen met Nederlanders.” 

Lachen werkt altijd

“Als je oefent met de taal levert een concrete vraag meer positieve reacties op. De methode TaalCompleet bijvoorbeeld heeft interviewformulieren met tien vragen. Lekker overzichtelijk en per thema geordend. Een goede binnenkomer. Het komt weleens voor dat taalmaatjes de pen pakken en het formulier gaan invullen. Maar dat is dus niet de bedoeling. Het gaat er vooral om dat de cursist het Nederlands in de praktijk leert gebruiken. Zo’n opdracht op papier houdt het klein en overzichtelijk. Het is als hulpmiddel bedoeld, ook voor taalmaatjes.” 

“Taal leren betekent veel fouten maken, en daarom kun je vanaf het begin maar beter veel lachen met elkaar, om jezelf vooral. We vieren de successen met een lied of een hapje. En ook als iemand slecht scoort bij een test, kan de volgende test plezier opleveren omdat het dan toch ietsjes beter gaat. Lachen werkt altijd.”

Meer verhalen

Dit verhaal is geschreven door Claertje Frieke -Kappers in 2019.

Neem contact met ons op als je vragen hebt; we helpen graag.
Ons financieel steunen kan natuurlijk ook!

>

Gelukt!

Waarschuwing

Oeps, er gaat iets fout. Gebruik het menu om terug te keren naar de website.