SpreekTaal 3 is een feit! Vandaag lanceerde Stichting Het Begint met Taal met een online sessie dit nieuwe, unieke materiaal waarmee taalvrijwilligers, nieuwkomers en NT2-docenten aan de slag kunnen. De vijftien nieuwe modules zijn vanaf nu te downloaden en alle audiobestanden staan klaar voor gebruik. Tijdens een webinar op 25 februari deelt een van de auteurs van SpreekTaal 3 handige gebruikstips.
De modules van SpreekTaal 3 zijn veelzijdig en stuk voor stuk gericht op alledaagse thema’s. Nieuwkomers oefenen met praten over onder meer zichzelf, sociale contacten, opvoeding en vrije tijd maar ook over ondernemen, geld en financiën, werk zoeken, leren en over Nederland.
Ook voor NT2
SpreekTaal 3 is gemaakt voor vrijwilligers van bij Het Begint met Taal aangesloten organisaties die anderstaligen een-op-een of in groepjes – zoals in taalcafés – begeleiden. Het materiaal is eenvoudig in gebruik; je hoeft als vrijwilliger geen leservaring te hebben. Ook NT2-docenten kunnen aan de slag met SpreekTaal 3.
Inburgeringswet
Het materiaal van SpreekTaal 3 is geschikt voor anderstaligen met niveau van A2-B1. Daardoor sluit het goed aan op de nieuwe inburgeringswet. Met het materiaal oefenen nieuwkomers gericht hun spreekvaardigheid, zodat ze de Nederlandse taal sneller en beter onder de knie krijgen.
Aan de slag?
Vanaf 28 januari kunnen alle taalvrijwilligers en coördinatoren die bij Stichting Het Begint met Taal zijn aangesloten de SpreekTaal 3 modules via het extranet downloaden. Wil je liever gedrukte boekjes bestellen? Ga dan naar de website van Van Dale.
Tips & tricks: webinar 25 februari!
Haal als taalvrijwilliger het beste uit SpreekTaal 3 én jezelf en meld je aan voor het webinar op 25 februari. Anne Hammers, NT2-docent bij VU-NT2 en een van de auteurs van SpreekTaal 3, laat dan zien hoe je werkt met de modules en hoe je SpreekTaal 3 inzet bij online taalcoaching.
Het Begint met Taal ontwikkelde SpreekTaal 3 samen met VU-NT2 en ervaren coördinatoren en taalvrijwilligers. Van Dale geeft het materiaal uit. SpreekTaal 3 wordt mede mogelijk gemaakt dankzij bijdragen van het ministerie van SZW en het Oranje Fonds.
